In 1997 ronde ik mijn studie Architectonische Vormgeving af aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht (H.K.U.). Mijn afstuderen bestond uit twee uiteenlopende projecten, waarin ik een breed onderzoek startte om antwoorden te krijgen op de vragen die ik mezelf stelde. In dit proces ondersteunde ik mezelf met bijzonder veel tekeningen en schilderijen. Dit leverde me een aantekening Schilderen op het examen op. Ik studeerde Cum Laude af bij Architectonische Vormgeving.

Het nieuwe interieur van Utrecht

Mijn eerste project was de herinrichting van het Utrechtse Jaarbeursplein:

Dit plein is een ondergewaardeerde, onmenselijke, saaie plek. Mijn opzet is hier een menswaardig en theatraal plein van te maken. In mijn ontwerp gaat het vloerniveau vanaf de begane grond geleidelijk omhoog tot het niveau van Hoog Catharijne. Deze vloer bevat trappen, rolbanen, zitniveau’s en terrassen. Voor de twee grootste gevels worden enorme kleurrijke decors geplaatst. Voor de haastige passant zijn er bruggen met lopende banden en onder de vloer bevindt zich een ruim en licht fietsgebied.

Huis in Uiterwaard

Mijn tweede project was een ruige uiterwaard vlakbij Slot Loevestein:

De uiterwaard is voor mij juist een inspirerende plek. In mijn onderzoek ben ik uitgekomen bij een vorm die geheel afgestemd is op de omgeving, z.g. sculpturale architectuur: een robuust bouwsel dat vanuit de plek ontstaan is. Hier is de vormgeving belangrijker dan de functionaliteit en is het interieur ondergeschikt aan het exterieur. Er is binnen minimaal ingegrepen, alleen basisafwerkingen en voorzieningen zijn aanwezig. Een leeg interieur.

In mijn afstudeerprojecten heb ik enerzijds een nieuwe huiskamer voor de stad Utrecht ontworpen, met een groot deel van mijn smaak en tuttigheden aan de gevels. Anderzijds ben ik op zoek gegaan naar wat zuivere architectuur is. Als vormgever begeef ik mij steeds op het grensvlak van architectuur, beeldende kunt en decoratie. Dit komt voort uit mijn beoefening van zowel architectuur als schilderkunst. Ik had de behoefte om te onderzoeken waar architectuur begint en decoratie eindigt. Dit heb ik gedaan in mijn scriptie: De identiteitscrisis van een huis,  een stuk over het wel en wee rond decorativiteit.